Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult hen met den gordel omgorden, [namelijk] Aaron en zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben [9]tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de [10]hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen. 9. Dat is tot op den Messias, want toen heeft Aarons dienst, met al de ceremonien een einde genomen. 10. Zie Lev.7:37, en Lev.8:22-35.